Wanneer je een bedrijfswagen rijdt of hebt geleased, is de BPM (Belasting van Personenauto’s en Motorrijwielen) een belangrijk financieel aspect om rekening mee te houden. Vooral na een periode van vijf jaar kunnen er interessante veranderingen optreden die invloed hebben op de waarde, de fiscale afschrijving en mogelijke teruggaaf of verrekening van de BPM. In dit artikel duiken we dieper in wat er precies verandert rond de BPM van een bedrijfswagen na vijf jaar en hoe dit van invloed kan zijn op lease- en verhuursituaties.

BPM berekenen voor je bedrijfswagen na 5 jaar

De BPM voor een bedrijfswagen wordt oorspronkelijk berekend op basis van de CO₂-uitstoot, het type voertuig en de netto cataloguswaarde. Voor ondernemers die een grijs kenteken gebruiken, is er vaak sprake van een vrijstelling bij bedrijfsmatige inzet. Na vijf jaar komt echter een moment waarop die vrijstelling of het afschrijvingspercentage invloed kan hebben op de restwaarde van de auto. Dat maakt het belangrijk om te weten hoe de BPM zich ontwikkelt over de tijd.

Na vijf jaar vanaf de eerste toelating van de bedrijfswagen wordt de restwaarde voor BPM-doeleinden meestal aanzienlijk lager. Dit komt doordat de Belastingdienst werkt met een afschrijvingstabel waarbij de BPM-afschrijving toeneemt naarmate de wagen ouder wordt. Hierdoor wordt bij verkoop of export na die periode vaak minder of helemaal geen BPM meer verschuldigd. Ondernemers kunnen hierdoor fiscaal voordeel behalen bij het vervangen of verkopen van hun bedrijfswagen.

Een ander aandachtspunt na vijf jaar is de verrekening bij import of export. Stel dat je een gebruikte bedrijfswagen uit het buitenland haalt, dan wordt de te betalen BPM berekend op basis van de leeftijd en waarde van het voertuig. Na vijf jaar zijn die bedragen meestal laag, wat import aantrekkelijker maakt. Andersom kan ook export na vijf jaar voordeliger uitpakken, doordat je dan onder bepaalde voorwaarden BPM kunt terugvorderen.

Wat verandert er bij leasing en verhuur na vijf jaar

Bij zakelijk leasen of verhuren van bedrijfswagens speelt BPM eveneens een rol, vooral wanneer de wagens na vijf jaar worden doorverkocht of wanneer het leasecontract afloopt. Voor leasemaatschappijen betekent een ouder wagenpark dat de restwaardeberekening verandert: de BPM-component in de cataloguswaarde heeft dan een andere fiscale betekenis. Dit kan invloed hebben op de maandelijkse leaseprijs of de verlenging van een lopend contract.

Voor verhuurbedrijven is de situatie vergelijkbaar, maar vaak nog dynamischer. Na vijf jaar is de kans groot dat voertuigen worden vervangen door jongere exemplaren om betrouwbaarheid en uitstraling te behouden. De gunstige BPM-afschrijving maakt de verkoop van oudere huurauto’s aantrekkelijker, terwijl nieuwe investeringen fiscaal gunstiger gepland kunnen worden. Daarmee ontstaat een natuurlijk moment om de vloot te vernieuwen, zonder dat de BPM-druk te hoog wordt.

Bovendien kan vijf jaar een kantelpunt zijn bij de keuze tussen financieel en operationeel leasen. Bij financieel lease houdt de klant de wagen vaak langer aan, terwijl bij operationeel lease de leasemaatschappij na de contractperiode verantwoordelijk blijft voor restwaarde en eventuele BPM-correcties. Weten hoe de BPM zich ontwikkelt na vijf jaar helpt bedrijven dus om de juiste leasevorm te kiezen en hun wagenpark fiscaal efficiënt in te richten.

Na vijf jaar verandert er dus best veel rond de BPM van een bedrijfswagen. De afschrijving, de eventuele vrijstelling en de waardeontwikkeling zorgen er samen voor dat ondernemers en leasebedrijven strategische keuzes kunnen maken. Door goed inzicht te hebben in de BPM na vijf jaar kun je niet alleen besparen, maar ook beter plannen wanneer je bedrijfswagens vervangt of een nieuw leasecontract afsluit. Uiteindelijk gaat het om slim fiscaal beheer en een duurzame inzet van het wagenpark.